Veelgestelde vragen over het bestuur van het pensioenfonds

Het bestuur bestaat uit 8 leden, waarvan er 4 zijn aangesteld door de werkgever, 2 zijn voorgedragen door de COR (actieve deelnemers) en 2 door de Vereniging Gepensioneerden Buhrmann/CE/Staples (gepensioneerden). Voor gedetailleerde informatie over het bestuur, zie het jaarverslag.

Het bestuur is onafhankelijk en moet bij de besluitvorming rekening houden met de vereisten van de wet en belangen van alle betrokkenen. Het is dus bijvoorbeeld niet mogelijk dat het bestuur of de werkgever ‘een greep uit de pensioenkas' doet. Dit is heel goed vastgelegd in de Pensioenwet. Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de werkgever, actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Daarnaast is er een visitatiecommissie. Die houdt toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene zaken zoals de risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging. Er is ook een jaarlijkse controle van een accountant en een actuaris. Ieder pensioenfonds staat ook onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

In artikel 105 van de Pensioenwet worden geschiktheidseisen benoemd voor alle personen die verbonden zijn aan de bestuursorganen van een pensioenfonds. Het pensioenfonds beschikt daarnaast over een geschiktheidsplan. In zo'n geschiktheidsplan wordt de kwaliteit van de kennis, vaardigheden en oordeelsvorming van de bestuursleden vastgelegd. Onderdeel van het geschiktheidsplan is het opleidingsplan, waarbij gebruik wordt gemaakt van opleidingsmogelijkheden van door DNB erkende opleidingsinstituten. Het benodigde kennis- en vaardigheidsniveau wordt regelmatig via een onafhankelijke toets gecontroleerd en geëvalueerd.