Veelgestelde vragen over de haalbaarheidstoets

Het is een wettelijk verplichte toets waarmee je als pensioenfonds bekijkt of je over een periode van 60 jaar het pensioenresultaat behaalt waar je naar streeft en of het pensioenresultaat in slechte economische scenario’s binnen een gestelde bandbreedte blijft. Omdat wordt uitgegaan van een periode van 60 jaar, zegt de uitkomst van deze berekening maar zeer weinig over de huidige financiële positie van het fonds en de mogelijkheid tot indexeren op de korte termijn.

Dan moeten het fonds en de sociale partners met elkaar in gesprek. Je stelt dan vragen als: gaan we ons beleid bijstellen (mogelijk een wijziging van de risico’s) of gaan we onze ambitie verlagen? Het gaat er vooral om dat je met elkaar in gesprek gaat en dat je niet iets nastreeft en communiceert dat niet haalbaar is.

Ja, dat is zeker zo, er kan natuurlijk van alles veranderen, maar je moet ergens je verwachtingen op baseren. Dus je gaat uit van de huidige gegevens, je huidige beleid en wat betekent dat dan voor de komende 60 jaar. De 60 jaar is gekozen om ook evenwichtig beleid tussen generaties en de effecten voor jongeren inzichtelijk te kunnen maken.

Dat doet ons actuarieel bureau Willis Towers Watson. Dat doen we met rekenregels die zijn voorgeschreven door De Nederlandsche Bank (DNB). DNB levert ook de economische sets aan, waarmee we 2000 mogelijke toekomstscenario’s doorrekenen. De rekenregels zijn voor alle pensioenfondsen gelijk.

Dat we binnen de gestelde grenzen blijven. Je kan dus zeggen dat het fonds geslaagd is voor de toets. Maar mogelijke toekomstige wijzigingen in het pensioenstelsel zijn hier niet in meegewogen. 

Voor de deelnemers betekent het niet direct iets. De goede resultaten op de haalbaarheidstoets zijn wel een goede weerspiegeling van de huidige situatie en het gevoerde beleid. De haalbaarheidstoets is met name een beleidstool voor het bestuur van het pensioenfonds en de sociale partners. De haalbaarheidstoets beoordeelt in hoeverre de risicohouding van het pensioenfonds past bij de verwachting tot koopkrachtbehoud voor de hele lange termijn.